WSC 85
Originele handleiding
Informatie over documentatie
Over deze documentatie
- Lees voor ingebruikname deze documentatie door. Dit is vereist voor veilig werken en storingsvrij gebruik.
- De veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen in deze documentatie en op het product in acht nemen.
- De handleiding altijd bij het apparaat bewaren en het product alleen met deze handleiding aan andere personen doorgeven.
Verklaring van de tekens
Waarschuwingsaanwijzingen
Waarschuwingsaanwijzingen waarschuwen voor gevaren bij de omgang met het product. De volgende signaalwoorden worden gebruikt:Symbolen in de documentatie
De volgende symbolen worden in deze documentatie gebruikt:Handleiding vóór gebruik lezen |
|
Gebruikstips en andere nuttige informatie |
|
Omgang met recyclebare materialen |
|
Elektrisch gereedschap en accu 's niet met het huisvuil meegeven |
Symbolen in afbeeldingen
De volgende symbolen worden in afbeeldingen gebruikt:Deze nummers verwijzen naar de betreffende afbeelding aan het begin van deze handleiding |
|
De nummering geeft een volgorde van de arbeidsstappen in de afbeelding weer en kan van de arbeidsstappen in de tekst afwijken |
|
Positienummers worden in de afbeelding Overzicht gebruikt en verwijzen naar de nummers van de legenda in het hoofdstuk Productoverzicht |
|
Dit teken vraagt om uw bijzondere aandacht bij de omgang met het product. |
Productafhankelijke symbolen
Symbolen
De volgende symbolen kunnen op het product worden gebruikt:Nominaal nullasttoerental |
|
Wisselstroom |
|
Omwentelingen per minuut |
|
Omwentelingen per minuut |
|
Diameter |
|
Draadloze gegevensoverdracht |
|
Elektrische veiligheidsklasse II (dubbel geïsoleerd) |
Productinformatie
producten zijn bestemd voor de professionele gebruiker en mogen alleen door geautoriseerd, vakkundig geschoold personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren. Het product en zijn hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen op ondeskundige wijze of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.De typeaanduiding en het serienummer staan op het typeplaatje.
- Voer het serienummer in de volgende tabel in. De productinformatie is nodig bij vragen aan onze dealers of service-centers.
ProductinformatieType: WSC 85 Generatie: 01 Serienr.:
Conformiteitsverklaring
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product verklaren wij dat het voldoet aan de geldende voorschriften en normen. Een afbeelding van de Conformiteitsverklaring vindt u aan het einde van deze documentatie.De technische documentatie is hier te vinden:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH | Zulassung Geräte | Hiltistraße 6 | 86916 Kaufering, DE
Veiligheid
Algemene veiligheidsaanwijzingen voor elektrische gereedschappen
WAARSCHUWING Lees alle veiligheidsaanwijzingen, aanwijzingen, afbeeldingen en technische gegevens die op het apparaat aanwezig zijn. Wanneer de volgende aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed.
Het in de veiligheidsvoorschriften gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrische gereedschappen met netvoeding (met aansluitkabel) en op accu-aangedreven elektrische gereedschappen (zonder aansluitkabel).
Veiligheid op de werkplek
- Houd uw werkgebied schoon en goed verlicht. Een rommelig of onverlicht werkgebied kan tot ongevallen leiden.
- Werk niet met het elektrisch gereedschap in een explosieve omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen bevinden. Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen.
- Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het apparaat verliezen.
- De aansluitstekker van het elektrisch gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde elektrische gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok.
- Voorkom contact van het lichaam met geaarde oppervlakken van bijvoorbeeld buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico op een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is.
- Houd het elektrisch gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico op een elektrische schok.
- Gebruik de aansluitleiding niet voor een verkeerd doel, om het elektrisch gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de aansluitleiding uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende delen. Beschadigde of in de war geraakte aansluitleidingen vergroten het risico op een elektrische schok.
- Wanneer u buitenshuis met een elektrisch apparaat werkt, dient u alleen verlengsnoeren te gebruiken die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikt verlengsnoer verlaagt het risico op een elektrische schok.
- Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is, gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op stroomschokken.
- Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik het elektrisch gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
- Draag een persoonlijke veiligheidsuitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een persoonlijke veiligheidsuitrusting, zoals een stofmasker, veiligheidsschoenen met anti-slip-zolen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrisch gereedschap, vermindert het risico op letsel.
- Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het elektrisch gereedschap is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het gereedschap optilt of draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrisch gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het apparaat ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
- Verwijder instelgereedschappen of moersleutels voordat u het elektrisch gereedschap inschakelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
- Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrisch gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden.
- Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen.
- Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuiging kan de gevaren door stof beperken.
- Waak voor een foutief gevoel van veiligheid, negeer de veiligheidsregels voor elektrisch gereedschap niet, ook niet als u na veelvuldig gebruik met het elektrisch gereedschap vertrouwd bent. Achteloos handelen kan binnen een fractie van een seconden leiden tot ernstig letsel.
- Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrisch gereedschap. Met het passende elektrisch gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik.
- Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
- Trek de stekker uit het stopcontact en/of verwijder de verwijderbare accu uit het apparaat voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrisch gereedschap.
- Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat geen personen het apparaat gebruiken die niet hiermee vertrouwd zijn of deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt.
- Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat en de toebehoren om. Controleer of bewegende delen correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van het apparaat nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het apparaat gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
- Houd snijgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
- Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen enz. uitsluitend conform deze aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
- Houd de handgrepen en de greepgedeelten droog, schoon en vrij van olie en vet. Gladde handgrepen en greepgedeelten zorgen dat het elektrisch gereedschap in onvoorziene situaties niet veilig kan worden bediend en gecontroleerd.
- Laat het elektrisch gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrisch gereedschap in stand blijft.
Veiligheidsinstructies voor alle zagen
Zagen- GEVAAR: Kom nooit met uw handen in het zaagbereik en bij het zaagblad. Houd met uw tweede hand de extra greep of de motorbehuizing vast. Wanneer u de zaag met beide handen vasthoudt, kunnen uw handen geen letsel oplopen door het zaagblad.
- Kom niet met uw handen onder het werkstuk. Onder het werkstuk kan de beschermkap u niet tegen het zaagblad beschermen.
- Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werkstuk aan. Er mag minder dan een volle tandhoogte onder het werkstuk zichtbaar zijn.
- Houd het te zagen werkstuk nooit in uw hand of boven uw been vast. Borg het werkstuk aan een stabiele ondergrond. Het is belangrijk het werkstuk goed te bevestigen, om het gevaar van lichaamscontact, van het beklemd raken van het zaagblad of het verlies van controle te minimaliseren.
- Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Het contact met een spanningvoerende leiding zet ook de metalen delen van het elektrisch gereedschap onder spanning en leidt tot een elektrische schok.
- Gebruik bij het langszagen altijd een aanslag of een rechte kantgeleiding. Hierdoor wordt de zaagprecisie verbeterd en de mogelijkheid verkleind dat het zaagblad beklemd raakt.
- Gebruik altijd zaagbladen van de juiste grootte en met een passend opnameboorgat (bijv. stervormig of rond). Zaagbladen die niet bij de montageonderdelen van de zaag passen, lopen onrond en leiden tot verlies van controle.
- Gebruik nooit beschadigde of verkeerde zaagblad-opsluitringen of -schroeven. De zaagblad-opsluitringen en ‑schroeven zijn speciaal voor uw zaag ontworpen, voor optimale prestaties en veiligheid.
- Een terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van een zaagblad dat blijft haken, beklemd raakt of verkeerd is uitgelijnd. Dit leidt ertoe dat een ongecontroleerde zaag loskomt en zich buiten het werkstuk in de richting van de bediener beweegt;
- wanneer het zaagblad blijft haken of beklemd raakt in de zaagsnede, blokkeert het en wordt het apparaat door de kracht van de motor in de richting van de bediener teruggeslagen;
- wordt het zaagblad in de zaagsnede verdraaid of verkeerd uitgelijnd, dan kunnen de tanden van de achterzijde van het zaagblad in het oppervlak van het werkstuk blijven haken, waardoor het zaagblad uit de zaagsnede komt en de zaag terugspringt in de richting van de bediener.
- Houd de zaag met beide handen vast en breng uw armen in zo'n houding dat u de terugslagkrachten kunt weerstaan. Blijf aan de zijkant van het zaagblad en breng het nooit in één lijn met uw lichaam. Bij een terugslag kan de cirkelzaag naar achteren springen. Wanneer de juiste maatregelen worden genomen, kan de bediener de terugslagkrachten echter onder controle houden.
- Wanneer het zaagblad beklemd is geraakt of u het werk onderbreekt, schakelt u de zaag uit en houdt u het apparaat stil op zijn plaats tot het zaagblad tot stilstand gekomen is. Probeer nooit de zaag uit het werkstuk te verwijderen of hem naar achteren te trekken, zolang het zaagblad zich beweegt. Anders kan een terugslag plaatsvinden. Stel de oorzaak voor het beklemd raken van het zaagblad vast en hef deze op.
- Wanneer u een zaag die in het werkstuk steekt weer wilt starten, centreert u het zaagblad in de zaagsnede en gaat u na of de zaagtanden niet in het werkstuk zijn blijven haken. Klemt het zaagblad, dan kan het uit het werkstuk komen of een terugslag veroorzaken wanneer de zaag opnieuw gestart wordt.
- U dient de grote platen te stutten om het risico van een terugslag door een klemmend zaagblad te verminderen. Grote platen kunnen doorbuigen onder hun eigen gewicht. Platen moeten aan beide kanten, zowel bij de zaagsnede als bij de rand, worden ondersteund.
- Gebruik geen stompe of beschadigde zaagbladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd uitgelijnde tanden leiden door een te smalle zaagsnede tot een grotere wrijving, het beklemd raken van het zaagblad en terugslag.
- Zet voor het zagen de zaagdiepte- en zaaghoekinstellingen vast. Wanneer u tijdens het zagen de instellingen verandert, kan het zaagblad beklemd raken en treedt er mogelijk een terugslag op.
- Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen in bestaande wanden of andere gebieden die niet zichtbaar zijn. Het invallende zaagblad kan bij het zagen in verborgen objecten blokkeren en een terugslag veroorzaken.
- Controleer voor gebruik altijd of de onderste beschermkap correct sluit. Gebruik de zaag niet wanneer de onderste beschermkap niet vrij beweegbaar is en niet direct sluit. Klem of bind de onderste beschermkap nooit in geopende stand vast. Wanneer de zaag per ongeluk op de grond valt, kan de onderste beschermkap worden verbogen. Open de beschermkap met de terugtrekhendel en zorg ervoor dat de kap zich vrij beweegt en bij alle zaaghoeken en ‑dieptes noch het zaagblad noch andere delen raakt.
- Controleer de functie van de veer voor de onderste beschermkap. Laat het apparaat voor gebruik repareren wanneer de onderste beschermkap en de veer niet correct werken. Door beschadigde onderdelen, kleverige afzettingen of ophopingen van spanen wordt de werking van de onderste beschermkap vertraagd.
- Open de onderste beschermkap alleen met de hand bij bijzondere snedes, zoals "inval‑ en hoekzaagsnedes". Open de onderste beschermkap met de terugtrekhendel en laat deze los zodra het zaagblad in het werkstuk is binnengedrongen. Bij alle andere zaagwerkzaamheden zou de onderste beschermkap automatisch moeten werken.
- Leg de zaag niet op de werkbank of op de vloer zonder dat de onderste beschermkap het zaagblad bedekt. Een onbeschermd, nalopend zaagblad beweegt de zaag tegen de zaagrichting in en zaagt wat er op zijn pad komt. Let hierbij op de nadraaitijd van de zaag.
- Controleer voor gebruik altijd of de beschermkap correct sluit. Gebruik de zaag niet wanneer de beschermkap niet vrij beweegbaar is en niet direct sluit. Klem of bind de onderste beschermkap nooit vast; dan is het zaagblad niet beschermd. Wanneer de zaag per ongeluk op de grond valt, kan de beschermkap worden verbogen. Zorg ervoor, dat de beschermkap vrij beweegt en bij alle zaaghoeken en ‑dieptes noch het zaagblad noch andere delen raakt.
- Controleer de toestand en de werking van de veer voor de beschermkap. Laat het apparaat voor gebruik repareren wanneer de beschermkap en de veer niet correct werken. Door beschadigde onderdelen, kleverige afzettingen of ophopingen van spanen wordt de werking van de onderste beschermkap vertraagd.
- Beveilig de grondplaat van de zaag tegen zijdelings verschuiven, alvorens een niet-haakse invalsnede te maken. Een zijdelings verschuiven kan klemmen van het zaagblad en daarmee een terugslag tot gevolg hebben.
- Leg de zaag niet op de werkbank of op de vloer zonder dat de beschermkap het zaagblad bedekt. Een onbeschermd, nalopend zaagblad beweegt de zaag tegen de zaagrichting in en zaagt wat er op zijn pad komt. Let hierbij op de nadraaitijd van de zaag.
- Gebruik het zaagblad dat is afgestemd op het spouwmes. Het spouwmes kan alleen goed werken als het stamblad van het zaagblad dunner is dan het spouwmes en de tandbreedte meer bedraagt dan de dikte van het spouwmes.
- Stel het spouwmes in zoals in deze handleiding beschreven. Een verkeerde dikte, positie en afstelling kunnen ertoe leiden dat het spouwmes een terugslag niet effectief voorkomt.
- Gebruik altijd het spouwmes, behalve bij invalzaagsnedes. Monteer het spouwmes opnieuw na de invalsnede. Het spouwmes is storend bij invalsnedes en kan een terugslag veroorzaken.
- Het spouwmes functioneert alleen wanneer het zich in de zaagsnede bevindt. Bij korte zaagsneden kan het spouwmes een terugslag niet effectief voorkomen.
- Gebruik de zaag niet wanneer het spouwmes verbogen is. Een geringe storing kan het sluiten van de beschermkap al vertragen.
Beschrijving
Productoverzicht
- Spaanuitworp
- Aan-/uitschakelaar
- Zaaghoekschaal
- Klembout voor hoekinstelling
- Klembout voor parallelgeleider
- Aftekenindicatie
- Zaagdiepteschaal
- Pendelbeschermkap
- Parallelaanslag
- Spanwig
- Schroeven voor spouwmesbevestiging
- Inschakelblokkering
- Afzuigadapter
- Klembout voor parallelaanslag
- Vergrendeling van de zaagdiepte
- Grondplaat
- Drukknop voor spindelblokkering
- Ventilatiesleuven
- Inbussleutel
- Extra handgreep
- Instelhendel voor zaagdiepte
Correct gebruik
Het beschreven product is een handgeleide cirkelzaag. Het is bestemd voor zaagwerkzaamheden in hout of houtachtige materialen, kunststoffen, gipskarton, gipsvezelplaten en composietmaterialen tot een zaagdiepte van 85 mm (3.35 in).
De handcirkelzaag is uitgerust met een afneembaar aansluitstuk voor een optionele stofzuiger/optioneel ontstoffingsapparaat, dat geschikt is voor de gangbare stofzuigerslangen. Om de stofzuigerslang met de zaag te verbinden moet zo nodig een geschikte adapter worden gebruikt.Mogelijk onjuist gebruik
Zaagbladen die niet voldoen aan de opgaven in de technische gegevens, doorslijp- en slijpschijven en zaagbladen van hooggelegeerd sneldraaistaal (HSS‑staal) mogen niet worden gebruikt. Er mag geen metaal worden gezaagd.Standaard leveringsomvang
Cirkelzaag, handleiding.Technische gegevens
Technische gegevens
Bij aansluiting op een generator of transformator moet het afgegeven vermogen daarvan minstens twee keer zo hoog zijn dan het op het typeplaatje van het apparaat aangegeven nominaal opgenomen vermogen. De bedrijfsspanning van de transformator of generator moet te allen tijde binnen +5% en -15% van de nominale spanning van het apparaat liggen.WSC 85 |
|
---|---|
Afgegeven vermogen |
1.260 W |
Nullasttoerental |
4.500 omw/min |
Belastingstoerental |
3.100 omw/min |
Zaagsnelheid onbelast |
54 m/s |
Zaagsnelheid bij belasting |
37,3 m/s |
Zaagdiepte bij 0° |
0 mm … 85 mm |
Zaagdiepte bij 45° |
0 mm … 60 mm |
Zaagdiepte bij 60° |
0 mm … 43 mm |
Zaagbladdiameter |
207 mm … 230 mm |
Zaagblad‑bevestigingsgat |
30 mm |
Dikte van het spouwmes (standaard) |
2 mm |
Gewicht overeenkomstig EPTA-procedure 01 |
7,8 kg |
Veiligheidsklasse |
II |
Geluidsinformatie en trillingswaarden volgens EN 62841
De in deze aanwijzingen aangegeven geluidsdruk- en trillingswaarden zijn gemeten overeenkomstig een genormeerd meetproces en kunnen worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Deze zijn ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de exposities.De vermelde gegevens zijn representatief voor de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch gereedschap. Als het elektrisch gereedschap echter wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kunnen de gegevens afwijken. Hierdoor kunnen de blootstellingswaarden over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de exposities moet ook rekening worden gehouden met de tijden waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de exposities over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verlaagd.
Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker tegen geluid en/of trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch gereedschap en de inzetgereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluidsinformatie
WSC 85 |
|
---|---|
Geluidsemissieniveau (LpA) |
94 dB(A) |
Onzekerheid geluidsdrukniveau (KpA) |
3 dB(A) |
Geluidsvermogensniveau (LWA) |
105 dB(A) |
Onzekerheid geluidsvermogensniveau (KWA) |
3 dB(A) |
WSC 85 |
|
---|---|
Triaxiale trillingswaarde bij zagen van hout (ah) |
≈ 2,3 m/s² |
Onzekerheid (K) |
0,5 m/s² |
Werkvoorbereiding
De veiligheidsinstructies en waarschuwingsaanwijzingen in deze documentatie en op het product in acht nemen.Zaagblad aanbrengen
- Plaats het apparaat op de standribben.
- Houd met één hand de drukknop voor de spindelblokkering ingedrukt om de zaagspindel te blokkeren.
- Plaats de spanflens op de spindel.
- Zet de bout vast.
- Controleer de correcte bevestiging van de spanflens.
Zaagdiepte instellen
- Maak de vergrendeling los.
- Stel de zaagdiepte in met de hendel voor de zaagdiepte.
- De zaagdiepte wordt op de schaalverdeling voor zaagdiepte weergegeven.
- De zaagdiepte wordt op de schaalverdeling voor zaagdiepte weergegeven.
- Zet de vergrendeling vast.
Zaaghoek instellen
- Draai de klembout de zaaghoekinstelling los.
- Zwenk de grondplaat in de gewenste zaaghoek.
- De zaaghoek wordt op de schaalverdeling voor zaaghoek weergegeven.
- De zaaghoek wordt op de schaalverdeling voor zaaghoek weergegeven.
- Draai de klembout weer vast.
Zaagbreedte instellen
- Maak de klemschroef los.
- Schuif de geleiding van de parallelaanslag onder de klembout.
- Stel de gewenste zaagbreedte in.
- Draai de klembout vast.
Werkzaamheden
In principe wordt het gebruik van een lekstroomschakelaar (RCD) met maximaal 30 mA afschakelstroom aanbevolen.Apparaat inschakelen
- Druk de inschakelblokkering in.
- Druk de aan-/uitschakelaar in.
Zagen aan de aftekenlijn
- Borg het werkstuk tegen verschuiven.
- Let erop dat het zaagblad onder het werkstuk vrij loopt.
- Plaats het product met de voorkant van de grondplaat op het werkstuk.
- Schakel de cirkelzaag in.
- Leid de cirkelzaag in het geschikte werktempo langs de aftekenlijn door het werkstuk.
Zagen met invalfunctie
Een invalsnede maakt uitsnijden van het werkstuk mogelijk door het omlaag brengen van het zaagblad op een willekeurige plaats. De invalfunctie kan in alle zaaghoekinstellingen worden gebruikt.- Stel de zaagdiepte in op 0.
- Plaats de cirkelzaag vlak op het werkstuk.
- Plaats de achterste markering op de grondplaat en de aftekenlijn in lijn met elkaar.
- Maak de vergrendeling van de zaagdiepte los.
- Druk het apparaat met een hand tegen het werkstuk en tegen de aanslag.
- Schakel de cirkelzaag in.
- Het zaagblad beweegt omlaag.
- Het zaagblad beweegt omlaag.
- Zet de vergrendeling van de zaagdiepte weer stevig vast, zodra de gewenste zaagdiepte is bereikt.
- Maak de zaagsnede.
Apparaat uitschakelen
- Laat de aan-/uitschakelaar los.
- Wacht tot het zaagblad stilstaat.
Verzorging en onderhoud
Verzorging- Vastzittend vuil voorzichtig verwijderen.
- Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een droge borstel.
- Het huis alleen reinigen met een licht vochtige reinigingsdoek. Geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen gebruiken, omdat deze de kunststof delen kunnen aantasten.
- Regelmatig alle zichtbare delen op beschadiging en de bedieningselementen op hun correcte werking controleren.
- Bij beschadigingen en/of functiestoringen het product niet gebruiken. Direct door Hilti Service laten repareren.
- Na verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden alle afschermingen aanbrengen en hun werking controleren.
Zaagblad demonteren
- Plaats het apparaat op de standribben.
- Houd met één hand de drukknop voor de spindelblokkering ingedrukt om de zaagspindel te blokkeren.
- Draai de flensbout onder het motordeksel met een inbussleutel los.
- Stel met de instelhendel de zaagdiepte in op 0.
- Draai de schroef er met de inbussleutel linksom uit.
- Verwijder de spanflens.
- Open de pendelbeschermkap en houd deze vast.
- Verwijder het zaagblad.
Reinigen van de afscherming
- Demonteer het zaagblad.
- Reinig de afschermingen voorzichtig met een droge borstel.
- Verwijder afzettingen en spanen binnenin de afschermingen met een geschikt gereedschap.
- Breng het zaagblad weer aan.
Controle pendelbeschermkap
- Open de pendelbeschermkap door het volledig bedienen van de bedieningshendel.
- Na het loslaten van de bedieningshendel moet de pendelbeschermkap weer snel en volledig sluiten.
- Na het loslaten van de bedieningshendel moet de pendelbeschermkap weer snel en volledig sluiten.
Transport en opslag
Transport- Het product niet met gemonteerd gereedschap vervoeren.
- Let op een correcte bevestiging voor het vervoer.
- Controleer na vervoer altijd alle zichtbare delen op beschadiging en de bedieningselementen op hun correcte werking.
- Sla het product altijd op met de stekker uit het stopcontact.
- Bewaar het product droog en buiten bereik van kinderen en onbevoegde personen.
- Controleer na langere tijd van opslag altijd alle zichtbare delen op beschadiging en de bedieningselementen op hun correcte werking.
Hulp bij storingen
Bij storingen die niet in deze tabellen zijn aangegeven of die niet zelf kunnen worden verholpen, kunt u zich tot onze Hilti service wenden.Storingstabel
Storing |
Mogelijke oorzaak |
Remedie |
---|---|---|
Apparaat heeft geen volledig vermogen. |
Verlengsnoer te lang en / of met te geringe diameter. |
|
Stroomvoorziening heeft een te lage spanning. |
|
|
Apparaat functioneert niet. |
Stroomvoorziening heeft een te lage spanning. |
|
Netsnoer of stekker defect. |
|
|
Aan-/uitschakelaar defect. |
|
|
Koolborstels versleten. |
|
|
Geen of verminderd zuigvermogen |
Spanenkanaal verstopt. |
|
Recycling
Hilti apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd uit materialen die kunnen worden gerecycled. Voor recycling is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In een groot aantal landen neemt Hilti uw oude apparaat voor recycling terug. Vraag hiernaar bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.RoHS (richtlijn voor het beperken van het gebruik van gevaarlijke stoffen)
Onder de volgende link vindt u de tabel met gevaarlijke stoffen: qr.hilti.com/r933.Aan het einde van deze documentatie vindt u een link naar de RoHS-tabel, als QR-code.
Fabrieksgarantie
- Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact op met uw lokale Hilti dealer.